Ameland VI
29 Jul '05 - 17:23 byWilde Eend (vrouwtje met kuikens)
16 Jul '05 - 17:19 byDe Wilde eend zit veel op het water. Daar eet hij planten en kleine diertjes. Die haalt hij van de bodem door te grondelen: kop onder water, staart omhoog. Of hij slobbert kroos uit het water op.
Op het water is de eend voor roofdieren moeilijk te vangen. Maar om te broeden moet het wijfje het land op. Daar is ze kwetsbaar, al is ze uitstekend gecamoufleerd.
Eendenkuikens moeten vaak aan land om te rusten. In sloten en vijvers met steile oevers verdrinken veel jonge eendjes: die kunnen de kant niet opkomen en raken uitgeput.
Bron: NatuurinformatieNijlgans
15 Jul '05 - 19:36 bySinds het einde van de jaren 1960 is de nijlgans in Nederland langzamerhand een gewone verschijning geworden. Enkele ontsnapte vogels wisten zich hier prima te handhaven. Inmiddels is de nijlgans niet meer weg te slaan uit Nederlandse natuur- en weidegebieden. Nijlganzen komen oorspronkelijk uit Egypte (langs de Nijl), en Afrika ten zuiden van de Sahara. Toch weten ze zich hier uitstekend te handhaven.
Doerebout
13 Jul '05 - 07:09 byLisdodde
De voornaamste oorzaken van de onverklaarbaarheid van vele volksnamen zijn de verbasteringen die tot onherkenbaar-worden gaan. Men behoeft slechts een enkele serie van namen die alle op dezelfde soort slaan, naast elkaar te leggen, om in te zien dat vele daarvan varianten van één stamvorm moeten zijn, al is men dan ook niet altijd in de gelegenheid uit te maken, wat nu de stamvorm geweest is en wat men voor verbasteringen moet aanzien.
Nemen we bijvoorbeeld de lisdodde (Typha), dan vinden we onder andere: doedhamels, doerbol, doerebout, doesbollen, doetebolt, doethoamer, doezebolt, doezebout, donzebout, dotterkoezen, douterkoos, duerebolt, duthamer, dutscolve, dule, duulkodde, duilen, stoezebolt, stoezebout, toerebout, toesebol, toessebolten, toestebolten, toezebollen, in het Deens: dullhammer, dollhammer, dunhammer, enz., en in het Duits: deutelkolbe, dudelkolbe, duttenkolbe, tutilcholbo, enz. De laatstgenoemde vorm is gevonden in een geschrift van de heilige Hildegard von Bingen uit de 12e eeuw. Daarnaast hebben we uit het Angelsaksische woordenboekje van Aelfric uit de 10e eeuw een opgave uit Engeland van duth-hamor, wat merkwaardig veel lijkt op de tegenwoordig nog in Groningen gebruikte namen. We kunnen daaruit met vrij grote zekerheid opmaken dat de oorspronkelijke vorm iets met dodde- en doedel- te maken heeft gehad en dat de samenstellingen met dons- (Engels: down; Deens: dun) misschien op volksetymologische verbasteringen berusten. Zekerheid hebben we echter niet. Het is heel goed mogelijk dat er al in de Middeleeuwen naast het doddige woord ook een donsnaam voor de lisdodde heeft bestaan. In dat geval zouden alle andere vormen van deze twee grondwoorden af te leiden zijn. Bron
Rietzangertje
11 Jul '05 - 19:08 byDe rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus) is een zangvogel uit de familie van zangers (Syviidae). Ze worden ongeveer 13 cm groot. De vogel leeft en nestelt tussen moerasplanten, begroeiing op de oever en in lage struiken en heggen, gewoonlijk dicht bij water. Ze zingen vanaf de top van rietstengels of tijdens korte baltsvluchten. De zang is te omschrijven als een mengeling van scherpe en melodieuze toontjes. (Bron: Wikipedia)
Goudvink
09 Jul '05 - 17:47 byGoudvinken zijn, ondanks het fraaie kleurvertoon van de mannetjes, niet zulke opvallende vogels. Dat komt ondermeer doordat ze niet erg beweeglijk zijn. Ook de geluiden die de vogels maken zijn niet erg opvallend, behalve voor wie weet waarnaar hij of zij moet luisteren (een treurig, zacht roepje).
Meer weten? Kijk op de site van Vogelbescherming Nederland
Vos
08 Jul '05 - 16:54 byTalloos zijn de verhalen waarin de vos als een sluw en listig dier naar voren komt. En inderdaad is hij vindingrijk en in staat zich in de meest uiteenlopende biotopen te handhaven. De vos geeft de voorkeur aan terrein met veel dekkingsmogelijkheden. In bossen voelt hij zich prettig, maar ook open gebied schuwt hij niet. Meer lezen over de vos? Volg deze link.
Tureluur en Groenpootruiter
07 Jul '05 - 20:54 byAlthans, dat neem ik vooralsnog aan....... René Streutker zette vraagtekens bij mijn vorige Groenpootruiter-foto. Misschien dat deze opname meer duidelijk verschaft over de identiteit van de achterste steltloper. Ik houd het voorlopig nog op de Groenpootruiter.

Waterral (IV)
06 Jul '05 - 18:00 byRallus aquaticus
Veldkenmerken. 23-28 cm. Moeilijk te observeren; maakt aanwezigheid meestal duidelijk door kenmerkend geluid. Heeft opvallende lange rode snavel. Kruin, nek en bovendelen donker olijfbruin, zwart gestreept; gezicht, kin, keel, borst, voorflanken en buik donker leigrijs. Flanken zwart-wit gebandeerd; onderstaart wittig of beige, al of niet met zwarte tekening. Poten bruin of vleeskleurig. Slagpennen en staart donkerbruin. Juveniel met kortere donkere snavel, die langzaamaan roder wordt, en met grijsbruin gevlekte en gestreepte onderdelen.
Geluid.

Voorkomen. Vrij algemene doortrekker en standvogel.
Habitat. Rietvelden en moerassen, goed begroeide rivieroevers, meren, vijvers.
Voedsel. Heeft vast voedselterritorium. Eet allerlei ongewervelden, maar ook vissen, kikkers en zelfs kleine vogels en allerlei aas. Eet 's winters ook plantaardig materiaal.